De omvang en kwaliteit van de huishoudelijke ondersteuning voor kwetsbare mensen in gemeenten is een belangrijk punt van aandacht voor betrokkenen en voor de media. Vragen over waar men recht op heeft en of rechten behouden blijven, worden nogal eens gesteld. Daarenboven vragen mensen zich af of hun behoefte aan ondersteuning en het aanbod wel op elkaar zijn afgestemd.
Ook in de gemeente Vught zijn deze vragen gesteld. Vooral in het voorjaar 2015 ontstond nogal wat onrust onder mensen die van Pantein/ Vivent huishoudelijke ondersteuning kregen, toen bleek dat deze organisatie failliet ging. Door een goed samenspel tussen de gemeente en potentiële aanbieders van huishoudelijke ondersteuning is die onrust snel weggenomen. Voor Vughterstede betekende dit dat in een tijdsbestek van 2 weken 200 cliënten van Pantein/Vivent werden overgenomen. Bovendien kregen ongeveer 40 personeelsleden van Pantein/Vivent een arbeidscontract bij Vughterstede aangeboden.
Zoals bekend wordt het aanbod aan huishoudelijke hulp vanaf 2016 niet meer uitgedrukt in het aantal uren hulp waar men recht op heeft, maar in het eindresultaat van die hulp, te weten ‘een schoon en leefbaar huis’. Vughterstede heeft het laatste kwartaal van 2015 hierover met al haar 450 cliënten gesprekken gevoerd. Voor dat doel heeft Vughterstede twee medewerkers aangesteld. Het merendeel van de gesprekken is naar ieders tevredenheid verlopen. Een beperkte groep cliënten, met name mensen die eerder voor een bovengemiddeld aantal minuten huishoudelijke ondersteuning kregen aangeboden, bekroop het gevoel dat zij vanaf 2016 minder ondersteuning krijgen aangeboden dan in hun ogen noodzakelijk is. Dit gevoel werd door Vughterstede aangeduid als ‘bezwaar’, terwijl feitelijk een verzoek tot heroverweging de inzet was.
Er is ook onduidelijkheid ontstaan over de benaming van de gesprekken die hebben plaatsgevonden. Door Vughterstede werd gemakshalve, maar ten onrechte over ‘keukentafelgesprekken’ gesproken, terwijl deze term betrekking heeft op de gesprekken die door medewerkers van Wegwijs+ worden gevoerd. Tijdens een keukentafelgesprek door Wegwijs+ wordt niet alleen naar de inzet van huishoudelijke hulp gekeken maar naar de gehele situatie van de cliënt.
Onduidelijkheid is er ook geweest over de rollen en taken die de zorgaanbieder en de gemeente jegens elkaar en jegens de klant hebben als het gaat om de vraag van een klant waar hij of zij precies recht op heeft bij hulp bij het huishouden. Bij de cliënten die een bewaar, c.q. een verzoek tot heroverweging, hadden ingediend over de inzet van hulp bij het huishouden zijn zogenaamde driegesprekken gevoerd. Bij deze gesprekken was een medewerker Wegwijs+ aanwezig, een medewerker van Vughterstede en vaak schoof de heer Kok cliëntondersteuner ook bij deze gesprekken aan.
In de gevoerde driegesprekken tussen Wegwijs+ en de klant en de zorgaanbieder is aan de klant duidelijk gemaakt dat Wegwijs+ het recht op hulp bij het huishouden bepaalt. Wegwijs+ bepaalt ook welke specifieke taken in verband met het schoonmaken van de wooneenheid moeten worden verricht. Aan de klant is vervolgens duidelijk gemaakt dat de zorgaanbieder samen met de klant praktische afspraken maakt over hoe de hulp bij het huishouden wordt uitgevoerd. Deze gesprekken zijn naar tevredenheid van de cliënten gevoerd en er zijn passende oplossingen gekomen.
Voor wat betreft de samenwerking tussen de gemeente en zorgaanbieders concluderen wij dat er korte lijnen zijn geweest met loket Wegwijs+ om zaken af te stemmen. De gemeente, zowel ambtelijk als bestuurlijk, is voortdurend met ons in gesprek gebleven over zaken die speelden rondom de huishoudelijke hulp. Dit heeft onder meer tot gevolg dat extra middelen die de gemeente beschikbaar stelt om juist bij zeer kwetsbare burgers de benodigde extra huishoudelijke hulp in te zetten, goed terecht komen.
Tinie Kardol
Bestuurder Stichting Vughterstede