“Schulleke trappen….” Vughts vermaak tijdens de winterse maanden

Door Ton Wagenaars

In Vught heette het “Schulleke trappen” en het was een winterse sport voor de jeugd. Het betrof een gevaarlijke kindersport uitgevoerd door de schooljeugd in winterse maanden als het ijs de Vughtse singels en Lunetten afsloot. In goed Nederlands moet het “schotsspringen” heten: het springen van ijsschots op ijsschots nadat men het ijs eerder met de hak van de schoen had los gekapt. Ook was het mogelijk om over het ijs te rennen als het eigenlijk nog niet “hield”.

Het was een jongenssport en pure waaghalzerij. Meisjes keken ernaar en griezelden en gniffelden. Soms was er een meidje dat uit haar rol viel en wel met de jongens mee durfde te rennen. Deze vrouwelijke durfals waren bij de jongens bekend en genoten een diep respect. De schooljeugd kon er eeuwige roem mee vergaren, zeker als men juist aan een “natte”wist te ontsnappen. Het halen van een “natte” betekende dat je met een been in het water was beland waardoor broek, kous en schoen akelig nat waren geworden. Dat was bepaald onhandig als het overdag nog steeds een graad of vijf vroor. Het schulleke trappen was gedurende de jaren vijftig in bepaalde wijken bijna een traditionele dorpssport. In wijk Schoonveld waren de eerste, tweede en derde vijver in de Heilig Hartparochie vaak strijdtoneel terwijl in het centrum de vijvers in het Reeburgpark wekenlang werden beproefd op houdbaarheid. In de omgeving van de IJzeren Man werd de sport niet beoefend. De grote waterplas oversteken was immers een zelfmoordpoging. In het toen nog vaak grote gezin was het schulleke trappen een bron van ergernis voor de ouders. Moeder waarschuwde haar kroost en vader dreigde met heuse lijfstraffen als hij zijn zoontjes zou betrappen bij dit vermaledijde volksvermaak. De Vughtse “pliesie” trad hard op tegen deze gevaarlijke wandaden: In de kraag gepakt eindigde de koude dag meestal op het politiebureau.

Schulleke trappen kon je solo doen, maar op verschillende lagere scholen kon het ook uitgeoefend worden in groepsverband. Dan werden de handen ineen geslagen en rende men in een rij over het zingende ijs. Voordeel bij het rennen in rijen was dat je elkaar kon helpen als er eentje in het water gleed. Nadeel was, maar dat ontdekte de jeugd veelal te laat, dat je elkaar er ook in kon trekken. Er waren scholen waar na de middagpauze een halve klas kletsnat het lokaal inkwam, waar men door de meester prompt werd geweigerd.

Munstuk
Ultiem verdienstelijk werd het schulleke trappen als een supporter midden op het ijs een stuiver had gegooid. Wie erin slaagde over te steken en abusievelijk ook nog eens het munststuk wist op te rapen mocht het volle bedrag houden …
Bij de schaatsers had het schulleke trappen een slechte naam. Het ijs diende maagdelijk aan te sterken om er later als een spiegel bij te liggen. Die rotjong maakten dat het ijs gedurende de rest van het winterseizoen nagenoeg ‘onbeschaatsbaar’ bleef….
Schulleke trappen is een typisch Brabants woord, misschien wel een uniek Vughts woord. Navraag leerde me dat dit levensgevaarlijke vermaak in andere delen van het land vele andere namen had. Zo werd elders o.a. gesproken over “schotsie springen”, “ijssie piepen” of “krakkie lopen”.
Dat schulleke trappen niet ongevaarlijk was, werd enkele malen meedogenloos duidelijk. Gedurende de strenge winters in de jaren vijftig en zestig is het enkele malen voorgekomen dat een waaghals onder het ijs verdween en niet kon worden gered. Dan was het dagenlang sinister stil aan de waterkant. Maar ondanks deze ingrijpende waarschuwingen bleef het ijs trekken en als dan in februari de dooi inviel was er andermaal de kans om naam te maken…

Kijk ook bij

Nieuw festival ‘Moerstaal – ijzersterk’ in Theater aan de Parade

Theater aan de Parade en Willem Twee muziek en beeldende kunst kondigen met trots de …