Frederik Hendrik voor’s-Hertogenbosch

Door Ton Wagenaars

’s-Hertogenbosch gold jarenlang als een onneembare vesting. Gelegen in het drassige polderland en omgeven door water verwierf de stad zijn bijnaam: de Moerasdraak. Het innemen van dit bolwerk was schier onmogelijk. Sterker nog: het zou nooit gebeuren. Vandaar het gezegde: “Als Den Bosch Geus wordt”. Onmogelijk… Na de verovering van de Hertogstad werd het onwaarschijnlijke toch bewaarheid: Den Bosch werd geus en viel.

Hierbij afgebeeld nummer 17 uit de reeks “Schoolplaten voor de vaderlandse geschiedenis”: Frederik Hendrik voor ’s-Hertogenbosch 1629“. De kaart toont een tafereel met als locatie Vught ter hoogte van de Taalstraat, rand Bossche Broek. Op de kaart staan imponerende figuren die allemaal een belangrijke rol speelden tijdens het beleg. Het geeft een kijkje in de uiterste batterij van de zogenaamde circumvallatielinie ( verdedigingswerk rondom een stad gebouwd door belegeraars met als doel te voorkomen dat de vesting van buitenaf zou worden versterkt of bevoorraad) tegenover de forten van Isabella en Sint Anthony. Prins Frederik Hendrik leidde persoonlijk de hoofdaanval tegen de Vughterpoort. Het tafereel op de afbeelding zou de datum kunnen hebben van 14 juni 1629. Op 14 september 1629, drie maanden later, zou ’s-Hertogenbosch vallen en zou verdediger Grobbendonck zijn zwaar gehavende stad na een beleg van 109 dagen overgeven. Na de overgave van de stad vonden op kasteel Maurick de onderhandelingen plaats tussen Grobbendonck en Frederik Hendrik van Nassau over de voorwaarden. Van Grobbendonk zou op 17 september met zijn danig uitgedunde garnizoen met alle militaire eer de stad verlaten. Ook de geestelijkheid moest de stad verlaten. Vrouwelijke geestelijken mochten in de stad blijven. De kerkgebouwen gingen over in gereformeerde handen.

Als achtergrondinformatie had de leerkracht een handleiding bij iedere wandplaat. Daarin werd iedere persoon op de plaat beschreven. Op de kaart met als situering Vught staat Frederik Hendrik op het bovenste gedeelte van de planken oprit van de batterij. Hij geeft bevelen aan een geharnaste officier van de ruiterij. Met zijn commandostaf wijst hij in de richting van de Vughterheide. De figuur naast de prins is graaf Ernst Casimir, stadhouder van Groningen, Friesland en Drente. Hij werkte eerder samen met Prins Maurits, maar ook Frederik Hendrik kon rekenen op zijn steun. Achter Frederik Hendrik en voor de kanonnen staat naast een andere aanvoerder met harnas en witgepluimde hoed Constantijn Huygens. Deze laatste was secretaris van de Stedendwinger en volgde hem op al zijn veldtochten. Uiterst plichtsgetrouw schreef Huygens de gemalin van Frederik Hendrik, prinses Amalia van Solms, dagelijks een brief over de zware beproevingen in het kamp en in de linies. Om onderschepping van de post te voorkomen werd er uiterst minutieus geschreven op een klein stukje papier dat middels een schacht in een ganzenveer werd verzonden. Achter Huygens staat een geharnaste ruiter met de standaard van Frederik Hendrik. De kanonniers staan bij de stukken bezig met het richten. Achter de prins is het kanon gereed en een sergeant houdt de lontstok gereed. Boven op de batterij staat een schildwacht die de vijand in de stad in de gaten houdt. De batterij is versterkt met stormpalen, schanskorven en matten.

Oranje-blanche-bleu-vlag
De vlag die boven de batterij wappert is de Oranje-blanche-bleu-vlag. Het is de prinsenvlag die symbool staat voor de opstand en de vlag was van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Pas in 1937 werden de kleuren in onze Nederlandse vlag rood wit en blauw. Vlak naast de imposante vlag is nog juist een sponton zichtbaar. Het is een soort hellebaard die als een onderscheidingsteken diende om rang in het leger aan te duiden mar tevens dienst deed als lans. Tegenover Frederik Hendrik knielt de ruiterij-officier. Een gebruikelijke houding: linkervoet vooruit en daarna de kniebuiging. De meest linkse figuur met gepluimde hoed is van belang. Het is Jan Adriaenszoon Leeghwater. Hij maakte uurwerken en bouwde watermolens. Bij de belegering van Den Bosch werd gretig van zijn kennis gebruik gemaakt. Hij was immers ook de man die moerassen kon droogleggen en die verantwoordelijk was voor de drooglegging van Beemster, Schermer, Wormer en Purmer. Voor Leeghwater staan twee pages waarvan één de met struisveren ‘bepluimde’ helm van de Prins draagt.

De imposante figuur rechts op de voorgrond, waarvan iedereen zou vermoeden dat deze de Prins was, is “slechts”een officier. Op de voorgrond liggen de kruiwagens van de boeren. Deze opgetrommelde boeren waren ingezet voor het graven van loopgraven en het aanleggen van schansen. Ook te zien: de vele takkenbossen waarmee de borstweringen en schanskorven werden verstevigd. Achter de batterij zijn de hevige branden zichtbaar in de forten Isabella en St. Anthony. Daarachter ligt de belegerde veste, de zuidwal met bastions (uitspringend verdedigingswerk in muur ) en rondelen ( halfrode uitbouwen in stadsmuur) . Boven alle huizen en wallen torent de machtige Sint-Janskathedraal. Rechts op de voorgrond staan de piekeniers die naast hun pieken bewapend zijn met degen en dolk. Helemaal vooraan met musket staat een musketier. Met het zware musket werd alleen “opgelegd” geschoten hetgeen wil zeggen dat het geweer dan rust op een standaard. De musketier draagt een bandelier ( riem ) met daaraan de kruitmaatjes en kogelzakjes en eveneens een degen en dolk.

Kijk ook bij

Filmpremières Verkadefabriek 25 april t/m 1 mei

L’ABBE PIERRE – filmontbijt Een Franse biopic over het buitengewone leven van Henri Grouès, beter …