Met verbazing en verontrusting las ik in het BD van 21 april over de planvorming voor de Lidl. Al lang is bekend dat het Vughtse college medewerking wil verlenen aan de verplaatsing en vergroting van de Lidl. Er staat: “De kaders staan vast en over de details willen we met jullie praten.” Dit is echt mis met het uitgangspunt van procedurele rechtvaardigheid. De planologische procedure moet nog starten. Dat betekent dat er planologisch nog niets vastligt. Dit is het moment dat burgers een reactie kunnen geven over de voorgenomen planontwikkeling. Het deed me denken aan de procedure over het bestemmingsplan voor de locatie De Braacken en de reactie van de toenmalige wethouder: “Het plan kan niet worden aangepast.” Het college voelt zich mogelijk gehouden aan afspraken die het vorige college gemaakt heeft, maar bij elke afspraak past een voorbehoud over het resultaat van de nog te volgen planologische procedure. Dat is vereist en nodig om burgers invloed te geven op alle aspecten van planvorming. Ik vraag hierbij het college, met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB), in Het Klaverblad te vertellen welke afspraken met de Lidl gemaakt zijn en duidelijk te maken wie en waarom daaraan gebonden zou zijn? De gemeenteraad is daar niet aan gebonden en dient bij de vaststelling van het bestemmingsplan alle relevante aspecten in de overwegingen te betrekken. Er bestaan in ons land grote zorgen over de ontwikkeling van de leegstand in de detailhandel. Al 10 jaar is dat een verdergaande ontwikkeling. Vanuit de verantwoordelijkheid voor behoud en ontwikkeling van een gezonde verzorgingsstructuur van de detailhandel, is de beoogde forse uitbreiding van de Lidl zorgwekkend. Ik heb geen distributieplanologisch onderzoek gevonden dat aangeeft dat méér vloeroppervlakte voor een buiten de verzorgingsstructuur gelegen supermarkt verantwoord is. Eerder is terecht besloten het winkelvloeroppervlak in het centrumgebied te beperken. De Lidl is al meer dan groot genoeg voor een buurtsupermarkt. Daarnaast verkoopt Lidl meer producten dan je verwacht in een supermarkt en dat zal toenemen wat weer een aantasting vormt van de bestaande verzorgingsstructuur. Supermarkten verdringen elkaar in de markt. Wat is het Vughts belang nog meer ruimte te bieden aan de Lidl? Wordt dit weer een foutieve beslissing zoals destijds t.p.v. de Action waar alléén de minimale oppervlakte in het bestemmingsplan is vastgelegd en niet de branche beperkt wat normaal op elk bedrijventerrein moet.
Door omwonenden zijn terechte bezwaren tegen deze nieuwe vergrote Lidl ingebracht. Een omvangrijke supermarkt is niet inpasbaar in het kleinschalige woongebied. Richting het college is al vaker naar voren gebracht dat de locatie van de voormalige school bij uitstek geschikt is voor huisvesting van ouderen. Deze wordt nu weer geofferd voor commerciële belangen. Wat kun je vervolgens met het vrijkomende gebouw dat voor detailhandel is gebouwd? Wat ik aan de gemeenteraad in overweging wil geven is om het college te vragen het verplaatsen en vergroten van de supermarkt in heroverweging te nemen.
Henk Spoelstra,
Stedenbouwkundige en planoloog