“Als wij over de Taalstraat gaan
zien wij vijf stuks van een haan
rond scharrelend met zeer veel drift
het is een zeer kleurrijk gezicht
bij de serviceflat is een groen veld
waar u langs rijdt traag of versneld
gemotoriseerd of op de fiets
rijd langzaam, dan ontgaat u niets
het waren er vijf stuks voorheen
maar het leven eist zijn tol meteen
na twee jaar zijn er nog maar drie
twee zijn ter ziele tot klein verdriet
zij pikken lustig in het rond
vanaf de vroege morgenstond
’s nachts zitten zij veilig op een tak
en slapen vredig met gemak
de mensen kijken nauwelijks op
zijn vaak verzonken in hun kop
missen dan dit kleurrijk beeld
dat de kenner nooit verveelt
de wereld gaat ook langs hen heen
onbevangen en zonder heem
groeien doen zij helemaal niet
het is voldoende zoals u ziet
zij voeden zich met nutriënten
die de natuur uit doet venten
totaal niet geconserveerd
en zijn daarom niet verkeerd
wat de toekomst bieden zal
Interesseert hen ook geen bal
eind dit jaar zijn er nog twee
na ten grave gaan van één
warmte, koude, wind en regen
daar kunnen zij voldoende tegen
nazaten krijgen zij zo niet
uitsterving ligt in het verschiet
gezeten op twee houten banken
horen wij muzikale klanken
van gekukel van de haan
als wij over de Taalstraat gaan”
Peter van den Berg