‘Speeldoosgate’ afgesloten? Dacht het niet!

‘Zo jongens, even die cultuurnota erdoor jassen, verder niks meer zeggen over de Speeldoos en over tot de orde van de dag.’ Dat moet ongeveer het idee geweest zijn bij aanvang van de raadsvergadering van 12 december in Vught. Want hoewel de kans aanwezig was om nu eens eendrachtig het vertrouwen in de politiek voor een deel te herstellen door nu een eerlijk debat te voeren over ‘Speeldoosgate’ tegen de achtergrond van de nieuwe cultuurnota, bleven de monden van de partijen gesloten. Nee, de wethouder deed alleen wat de raad hem op 19 april 2019 had opgedragen, ook al was die opdracht niet gebaseerd op werkelijke feiten. Hoe halsstarrig kun je zijn als gemeenteraad. Terwijl er nu alle gelegenheid was een en ander recht te zetten. Want, hoe ongepast de vergelijking misschien ook is, ‘Speeldoosgate’ is wel een beetje te vergelijken met het toeslagdrama bij de Belastingdienst. Ook bij de Speeldoosaffaire werd het Speeldoosbestuur beschuldigd van fraude terwijl er geen enkele aanleiding toe was en ook hier was de straf van de ‘Belastingdienst’ (lees: College en Raad) onverbiddelijk en rigoureus, aangevuld later met een ‘chantagemoment’ door het college waar de raad eigenlijk geen probleem mee heeft. Dus weg met die subsidie voor Theater de Speeldoos en we nemen het roer over. Dus het nieuwe bestuur moest direct het bezwaar tegen de uitspraak van de ‘bezwaarschriftencommissie’ intrekken om te voorkomen dat een rechterlijke uitspraak het intrekken van de subsidie als onrechtmatig zou kunnen bestempelen. Citaat uit een reactie van de voormalige voorzitter van het Speeldoosbestuur op de ingezonden stukken op de NOVO3-website:
Nooit stelde men daadwerkelijk dat subsidie onjuist gebruikt was, zoals de wethouder van de Ven ooit meldde: ”dit kan ik niet stellen want dan moet ik dat bewijzen en dat kan ik niet”.
In de raad werd de suggestie van fraude gevoed en op momenten dat er door raadsleden absoluut onjuiste informatie werd gedeeld werd dit niet tegengesproken. Hiermee kwam het handelen van de Speeldoos in een steeds kwalijker daglicht te staan. Het negatieve frame werd zorgvuldig opgebouwd. Wij, bestuur en directie, hebben getracht dit beeld te corrigeren en te nuanceren maar B&W en de coalitie hadden één front gevormd en dit bleek een onneembare vesting. Wethouder Van de Ven verkondigde vlak voor de cruciale raadsvergadering in december 2018 dat de directeur van de Speeldoos zelfs meer verdiende dan de burgemeester. Aantoonbare flauwekul en alle onderleggers waren in het bezit van de wethouder.
Het enige doel dat hij hiermee waarschijnlijk beoogde was het verder in diskrediet brengen van het bestuur van de Speeldoos. Dit bestuur moest immers vertrekken zodat de eigen stromannen aan zouden kunnen treden. De raad moest nog eens extra gevoed worden op het negatieve frame.
Eind november 2020 vinden gemeenteraadsverkiezingen plaats. De politieke partijen zullen ongetwijfeld weer aan de burgers de mogelijkheid bieden in te spreken over een nieuw verkiezingsprogramma. Maar verantwoording afleggen over hoe men zich in het ‘Speeldoosproces’ heeft gedragen, zal niet de eerste prioriteit zijn, vrees ik. Hoe moedig zullen de ‘partijleden’ zijn om die verantwoording op te eisen en niet akkoord te gaan met soms buitengewoon dubieuze en fluweelzachte verantwoordingen zoals die op de websites van die politieke partijen te vinden zijn. Maar hoop doet uiteraard leven.
Het blijft overigens prijzenswaardig dat er bij de raadsvergadering ook inhoudelijk steekhoudende opmerkingen gemaakt werden – zij het lang niet door alle fracties – over met name de professionele podiumkunsten. Dat men elkaar dan onmiddellijk weer van ‘draaikonterij’ beschuldigt, illustreert misschien wel de armoede op cultureel gebied waarmee we jammer genoeg te doen hebben in de raad.

Geert van den Brand

Kijk ook bij

Zorgen om de zorg: dementie

Het mag geen verrassing zijn dat de vergrijzing van onze samenleving toeneemt. De cijfers zijn …