Vorige week heb ik met enige verbazing in Het Klaverblad het artikel ‘Onrust onder Vughtse ambtenaren’ gelezen. Het artikel vertelt het verhaal van drie klokkenluiders die namens een groep anonieme ambtenaren hun verontwaardiging ventileren over de werksfeer in het Vughtse gemeentekantoor. Er zou sprake zijn van een onveilige werksfeer en een machtscultuur die zorgt voor veel onrust en onvrede. Je zou mogen verwachten dat de verantwoordelijken voor de sfeer op het gemeentekantoor hun oor te luisteren leggen bij deze mensen of hun vertegenwoordigers om zo te proberen de rust te herstellen. Maar waar ik me over verbaas is dat het tegenovergestelde gebeurt, gezien de reactie van ’hogerhand’: men herkent helemaal niet dat er sprake is van angstcultuur of een onveilig werkklimaat. Hoe vaak hebben we dit soort reacties niet gehoord? En waarom is zo’n reactie zo kwalijk? Er zijn twee mogelijke scenario’s. 1) De klokkenluiders worden niet serieus genomen en eigenlijk wordt gezegd dat zij liegen, zich aanstellen, overdrijven of iets dergelijks. Men is hen liever kwijt dan rijk. Dat is waarschijnlijk de reden dat veel mensen in dit soort situaties hun mond maar houden, omdat praten over een onveilige situatie de zaak alleen maar verergert. 2) Er is zo weinig empathisch vermogen dat de angsten van de werknemers inderdaad niet gezien worden. Ik weet niet welk van de twee scenario’s nou het meest bedreigend is. In geen van beide gevallen lijkt het me prettig werken in het gemeentekantoor! Na alle voorbeelden over grensoverschrijdend gedrag waar we de afgelopen jaren mee geconfronteerd zijn, zou je mogen verwachten dat HR-managers van de gemeente proberen uit te vogelen waar de schoen wringt om zo tot veiligere werkomstandigheden te komen. Met de kop in het zand steken of het ontkennen van de signalen schiet je in ieder geval niets op. Hopelijk is het niet te laat om het tij op het gemeentekantoor te keren!
Louis Wetzer