Op verschillende momenten werden inwoners van Vught de afgelopen tijd opgeroepen mee te denken over een nieuwe mobiliteitsvisie voor Vught. Op zich natuurlijk een prima zaak, maar het tijdstip komt alleen te vroeg. Wat is er namelijk aan de hand? Vorige week hebben wij kennis kunnen nemen van een onderzoek door een gerenommeerd verkeersbureau over de gevolgen voor de leefbaarheid en veiligheid in Vught als het huidige reconstructieplan van de N65 doorgang zal vinden. Uitvoerig met cijfers en argumenten onderbouwd is de conclusie van dit onderzoek dat het onderliggend wegennet van de gemeente Vught niet geschikt is voor het veilig afwikkelen van het verkeer. Verrassend? Zeker niet, want het sluit in feite aan bij de Maatschappelijk Kosten Baten Analyse – onder verantwoordelijkheid van het ministerie – dat in 2016 al een negatieve uitkomst aangaf voor Vught. Desondanks is het college begonnen met de onderhandelingen met Rijk en provincie, zij het dat de gemeenteraad pas ruim twee jaar later op de hoogte werd gesteld van deze analyse. Het recente verkeersonderzoek legt in zekere zin een bom onder het huidige reconstructieplan want het is nauwelijks voorstelbaar dat de Raad van State hieraan voorbij zal gaan, nog los van andere pijnpunten (bijv.de stikstofproblematiek). Het al dan niet doorgaan van het bestaande plan heeft een groot effect op vrijwel alle belangrijke verkeersstromen binnen Vught. Als wethouder Du Maine beweert dat de behandeling van het bestemmingsplan N65 door de Raad van State volkomen los staat van de mobiliteitsvisie, dan vraag ik me af in welke droomwereld de wethouder leeft. Als raadslid heeft hij altijd hoog opgegeven over het reconstructieplan voor de N65, wellicht speelt hem dat nu nog parten, maar oog hebben voor de realiteit is toch ook een goede zaak. Ik denk dat menig inwoner best zijn steentje wil bijdragen aan een verantwoorde mobiliteitsvisie voor Vught, maar wel in een situatie waarin er duidelijkheid bestaat over een project dat eigenlijk bepalend is voor de toekomstige infrastructuur in Vught.
Harry van Sterkenburg