“In Het Klaverblad van woensdag 26 juni staat dat wethouder Van de Ven het kappen van eiken een slecht idee vindt om de eikenprocessierupsenplaag te bestrijden. Er staat ook dat de wethouder heeft gezegd dat het gaat om overlast gedurende enkele maanden van het jaar. Het is treurig dat de wethouder maar wat roept! Maar het is schandalig om te zeggen, och het is maar ’n paar maanden per jaar. Als je niet weet hoe het zit kun je misschien een probleem bagatelliseren, maar als wethouder kun je dat niet maken. Allereerst is het geen probleem van maar enkele maanden per jaar. De rups vervelt 6 keer tijdens zijn leven. Na de derde keer zitten er brandharen op die op het oude vel achter blijven. Het probleem verdrievoudigt zich dus tijdens de levensduur. Vervolgens blijft het als nest in de boom zitten. Elk jaar komen daar nesten bij als je de rupsen niet opruimt. De brandharen in deze nesten leveren 6-8 jaar gevaar op. Via wind en regen komen deze ook in de omgeving terecht. Het is dus geen rupsenplaag maar een brandharenplaag. Voor elk nest en voor alle brandharen die in de omgeving terecht zijn gekomen gaat dit 6-8 jaar door.
Een bijkomend probleem is de reactie van het lichaam. De eerste keer kun je een flinke hoeveelheid netelroos krijgen die na ’n dag of 10 verdwijnt. Maar bij elke volgende aanraking wordt de reactie van het lichaam heftiger. Afgewaaide rupsen zijn ook voor honden en katten gevaarlijk omdat die de rupsen soms besnuffelen en ook opeten. Dit kan leiden tot ernstige ontsteking van de neus en mond, die zich kan ontwikkelen tot necrose van de tong. Het betekent dat een omgeving met brandharen in feite onleefbaar kan worden. En dat is dus niet och maar ’n paar maanden per jaar – maar het hele jaar door. Vervolgens zegt de wethouder dat we toch niet alle eiken kunnen omhakken. Natuurlijk kunnen we dat wel als we willen. Maar het is natuurlijk ook een onzinreactie. De overlast zit vooral in de bewoonde omgeving. En daar moeten, waar het kan, de rupsen zodanig worden bestreden dat de meeste niet aan het brandharenstadium toekomen. Dat zal bijna overal in Vught mogelijk zijn. Maar waar dit niet mogelijk is, zullen andere maatregelen nodig zijn. Hier kan dus ook kappen bij horen als er geen beter alternatief is. Het gaat immers niet om de rupsen, maar om de brandharen. Dat is ook van belang ten aanzien van het idee om nestkastjes op te hangen voor koolmezen. Die eten processierupsen. Ja, dat doen ze, maar voor ze die opeten worden er wel eerst de brandharen afgeklopt. Als je dus een koolmees ziet met een eikenprocessierups in de snavel, volgt een wolk van brandharen. Dan kun je maar beter niet in de buurt zijn. De enige vogel, voor zover mij bekend, die de rups met brandharen en al op eet is de koekoek. Maar daar kun je geen nestkastjes voor ophangen. Dus wethouder, geen kletspraat verkopen maar die rotzooi opruimen.”
Rob de Vaan