Sinds donderdag 18 april is werkelijkheid geworden wat iedere echte Vughtse cultuurliefhebber vreesde: Theater de Speeldoos houdt op te bestaan. De visie van de Vughtse raad bleek omgekeerd evenredig met hun daadkracht.
Boos waren ze op de leiding van de Speeldoos. Ze hadden hen voorgelogen en de feiten verhuld. En daar zouden ze voor gestraft worden! En wel zo snel mogelijk. Dat de Vughtse politiek zich uit politieke overwegingen tot in de hoogste echelons bedient van ‘alternatieve versies van de waarheid’ en uit bezuinigingsoverwegingen expres niet te transparant wil zijn, is natuurlijk van een andere orde dan voorliegen en verhullen. Wat de overheid zich mag permitteren, geldt uiteraard niet zo maar voor iedere instantie. ‘Quod licet iovi non licet bovi’, om het op zijn Baudets te zeggen. Dat de raad decennialang de cijfers van de Speeldoos goedgekeurd had, was geen reden om de hand in eigen boezem te steken. Dus het bestuur van de Speeldoos moest weg. Voor het personeel, dat zich ondanks alle onzekerheden van de laatste tijd tot het uiterste is blijven inspannen om service te verlenen aan hun klanten, is de toekomst ziekmakend onzeker. Het politiek adagium zal wel wezen: ‘Waar gewerkt wordt vallen slachtoffers, sorry, spaanders.’
Maar de Vughtse politiek was nog niet tevreden. Het Vughtse culturele hart moest eraan geloven. Het mocht nog wel een klein beetje blijven doorkloppen, maar een soort omgekeerde bypass leek hen wel op zijn plaats. Hoeveel argumenten cultuurdeskundigen ook aandroegen, hoezeer bezoekers van Theater de Speeldoos ook pleitten voor andere opties of uitstel, het was aan dovenmansoren gericht. Daadkrachtige bestuurders luisteren niet, zij weten immers alles beter en luisteren kost bijna altijd geld! Eenmaal door het volk in de raad gestemd kun je bijna niet meer ontstemd worden, dus waarom zou je dan luisteren? En de volgende verkiezingen zijn nog zo ver weg! En geld uitgeven voor cultuur? De Scrooge van de Vughtse gemeenteraad heeft daar al helemaal een broertje dood aan. Bij ieder item van ieder vergadering roept Du Maine wel een keer dat het geld beter besteed kan worden. Zijn favoriete knuffel is waarschijnlijk een spaarvarken waarop geschreven staat ‘ware schoonheid zit van binnen’. Deze keer kan het geld beter gaan naar veiligheid en onderwijs. Nou, vertel dat over een tijdje maar eens aan middelbare scholieren als ze via een opgepimpte Jagersboschlaan naar school moeten fietsen en naar Den Bosch omdat ze in Vught niet meer aan de landelijke eisen van het vak CKV kunnen voldoen!
Waar de landelijke overheid het bezoek aan professionele kunsten, met name voor de jeugd, probeert te stimuleren, maakt onze lokale overheid dat onmogelijk en katapulteert Vught naar een cultureel niveau van pakweg Biezemortel of Lennisheuvel.
Als de gemeente het gebouw van Stichting de Speeldoos heeft overgenomen, zal het wel geen lang bestaan meer gegund zijn. Waarschijnlijk gaat het dan binnen de kortste keren plat en komen er nieuwe huizen voor de ‘well-to-do’, zoals dat wel vaker gaat in Vught. Maar dat brengt ongetwijfeld geld in het laatje. ‘Eind goed, al goed’, zal de politiek zeggen!
Louis Wetzer