Het plein waar niemand zich bevindt
geen mens die nog zijn huis verlaat
slechts ochtendzon en koele wind
blaast licht en luchtig over straat
ik loop en kijk en zie een kind
dat speelt en in zichzelf praat
over knuffelberen die het vindt
maar niet weet waar dat over gaat
zo onbevangen, weerloos, blind
zoals het in de wereld staat
en binnen steeds weer beren vindt
bij wie niet meer naar buiten gaat…
G. v/d Munckhof