Traditiegetrouw stelt de Vughtse raad in december de tarieven voor de gemeentelijke diensten, belastingen en heffingen vast. Daarbij gaat het o.a. over de woonlasten, die bestaan uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De twee heffingen moeten kostendekkend zijn. Qua woonlasten behoorde Vught in 2020 tot de 25 gemeenten die de hoogste bijdrage van hun inwoners vragen; met de verlaging wordt daar iets aan gedaan. Volgend jaar wordt ook bekeken of het mogelijk is de kosten voor de verwerking van afvalstoffen te verlagen.
Koen van Dinther (VVD) diende in de laatste inhoudelijke raadsvergadering van de ‘oude’ raad op 3 december een amendement in om het basistarief ‘Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing Vught 2021’ vast te stellen op 227,52 euro. In het collegevoorstel stond voor 2021 een basisheffing van 239,52. Door de voorgestelde tariefstelling zou de voorziening voor het huidige Vughtse rioolstelsel oplopen tot 1,6 miljoen in 2024. Omdat de voorziening van de gemeente Haaren ook ruim op peil is, vindt de VVD het onnodig de lastendruk voor de inwoners van Vught nog verder te verhogen.
De coalitiepartijen CDA, D66 en SP steunden het amendement niet. Diane Schellekens (D66) wees erop dat Helvoirt nog niet beschikt over een gescheiden rioolstelsel, zoals Vught. Zij voorspelde dat er t.z.t. hoge investeringen nodig zijn om dit recht te trekken. Daarom verwacht zij dat de rioolheffing in de komende jaren extra omhoog zal moeten om die investeringen te kunnen financieren. Ook wethouder Toine van de Ven ontraadde het amendement. Na een korte schorsing schaarden ook de coalitiepartijen Gemeentebelangen en PvdA-GL zich achter het amendement, dat daardoor met een ruime meerderheid werd aangenomen. Dat betekent dat de rioolheffing in 2021 12 euro per jaar lager uitvalt.