De fractie van D66 is geschrokken van de antwoorden op verschillende technische vragen over een woningsplitsing aan de Willem van Beuningenlaan. De uitvoering betrof in feite geen woningsplitsing, maar nieuwbouw van twee geschakelde bungalows. Volgens D66 had de gemeenteraad hierover moeten beslissen alsmede het huidige college van B&W.
In een toelichting op de vragen schetst D66 de gang van zaken. In 2016 werd bij de gemeente de aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor het splitsen van de woning Willem van Beuningenlaan 1. In het geldende bestemmingsplan Centrum e.o. is de mogelijkheid om binnen het plan af te wijken en per bestaande woning één extra woning te realiseren. Een dergelijk splitsingsverzoek moet aan veel voorwaarden voldoen. Uit antwoorden op technische vragen bleek dat het college in 2017 had besloten tot woningsplitsing. Achteraf bleek dit besluit op een onvolledig ambtelijk advies te zijn gebaseerd.
Met het juist toepassen van het bestemmingsplan zou het advies anders luiden: de vergunning zou dan niet verleend zijn. Het oordeel zou nu zijn dat een splitsing ongewenst is vanwege het belang om het groene karakter van de wijk met vrijstaande woningen op ruime percelen te behouden. Op grond van deze stedenbouwkundige motivering werd hierna een soortgelijk verzoek geweigerd. Hierna heeft D66 het collegebesluit opgevraagd over de woningsplitsing. Het antwoord was: ‘er is geen officieel collegebesluit’. De fouten die gemaakt zijn in dit dossier zijn niet gemeld aan de gemeenteraad. Dat had het college volgens de fractie van D66 meteen moeten doen op het moment dat ze aan het licht kwamen. De maanden erna was ook nog de tijd om dit aan de raad te melden, maar ook dat is niet gebeurd.
D66 wil nu o.a. weten waarom het plan niet op een reguliere wijze geagendeerd is in het college? Hoe het college de raad alsnog gaat informeren over wat er gebeurd is? Zijn er meer vergunningen verleend die achteraf niet afgegeven hadden moeten worden en zo ja, welke? Kan het college de raad informeren over de stappen die door het college ondernomen zijn om herhaling van een vergelijkbare casus te voorkomen en hoe dit in de werkprocessen is vastgelegd? Voor 10 maart komt het college met een antwoord.