Geen gebruikelijk duo, geen gemiddelde drieling en ook geen uitzonderlijk kwartet, maar een heuse vijfling meldde zich de afgelopen weken in een van de nestkasten voor dagroofvogels.
Door Ton Wagenaars
“Dit geldt als een bijzonder groot legsel”, aldus Sietske van Maren en Jan Vermeer die de nestkast al weken observeerden. “Na terugkeer van vakantie zagen we eensklaps dat het een vijftal jonge torenvalken was nadat we niet eerder meer dan een drietal hadden gespot. Dit geldt in Nederland als een uitzonderlijk broedgeval en het is een knappe prestatie voor beide ouders die erin slaagden het vijftal groot te brengen.”
Deze week is het kwintet uitgevlogen. Nog enkele dagen zullen ze het geboortehuis aandoen om daarna definitief uit te vliegen. Beide ouders zullen de nestkast ook nog enkele dagen aandoen om daarna ook weer in de omgeving te gaan uitvliegen. Volgend jaar komen ze rond maart hoogstwaarschijnlijk weer terug.
In april werden de eieren gelegd; iedere dag eentje. Daarna werd er ongeveer vier weken gebroed. Na andermaal vier weken werd het dons ingeruild voor een krachtig verenpak waarna de laatste dagen de eerste vliegoefeningen plaatsvonden. In al die weken zorgden de ouders voor hun kroost: voor iedere nakomeling vier tot 5 muizen per dag. Dat is dagelijks rond de vijfentwintig muizen die de eerste weken keurig werden afgeleverd door pa. Ma zorgde in de nestkast dan voor een eerlijke verdeling van de knaagdiertjes. Dat geen van de jeugdige valken overleed, mag een wonder heten want de temperatuur in de nestkast moet de laatste dagen tot extreme hoogte zijn gestegen.
Tot de jaren negentig was de torenvalk de meest voorkomende roofvogel in ons land. Hij is bekend omdat hij biddend in de lucht zijn veldmuizen bespiedt. Nu is de buizend de meest voorkomende roofvogel in ons land.