De Vughtse uilenwerkgroep deelde deze week een zeldzame oorkonde uit. Op één locatie lukte het een Vughts gezin voor de vijfde achtereenvolgende maal een broedsel steenuilen te realiseren.
|Door Ton Wagenaars|
“Dat was al nadat de kast pas zes jaar geleden is geplaatst, dit is dus echt uniek”, vertelde Sietske van Maren die namens de uilenwerkgroep de oorkonde uitreikte. Zonder twijfel is het unieke broedresultaat te danken aan de gunstige ligging van het perceel tussen bosschages en op de grens met weilanden. De locatie van de broedkast wordt echter strikt geheim gehouden en het gezin wil ook niet met de familienaam in de krant. “Vervelend, maar voorzichtigheid blijft geboden zolang er kasten geplunderd worden en uilskuikens te koop worden aangeboden”, vertelt Jan Termeer die de komende weken weer met zijn kompanen de vele nestkasten van de Vughtse werkgroep gaat inspecteren. Toch was er trots bij Jeroen, Geertje, Elke en Ties. “We hebben geen moment getwijfeld om nestkasten te laten plaatsen want we wisten dat we op een unieke locatie woonden. Het is prachtig om te zien hoe de ouders hun jongen voeren en ook voor onze kinderen is het een geweldige ervaring dat ze op vroege leeftijd al met zoiets zeldzaams geconfronteerd worden. Het is goed voor hun opvoeding.”
Drie soorten uilen
Even opmerkelijk als het vijfde achtereenvolgende broedsel is het feit dat op diezelfde plaats ook de daar geplaatste kerkuilenkast regelmatig bezoek krijgt. Bovendien broedt in de tuin een paartje ransuilen, al maakt dat geen gebruik van een `huurwoning’. Van Maren: “Wij als uilenwerkgroep prijzen ons gelukkig met dit soort natuurliefhebbers. Drie soorten uilen op een perceel is echt zeldzaam. We zeggen wel eens: waar blijft de bosuil.” Inmiddels zijn de tellingen gestart met zoals altijd wisselende resultaten. Het hoogste aantal levende jonge steenuilen was zes. De eindresultaten van de broeiperiode zijn pas half juli bekend.