Het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch heeft onlangs twee belangrijke en omvangrijke particuliere schenkingen verworven. Vorig jaar ontving het museum de collectie keramiek van vormgever en binnenhuisarchitect Benno Premsela (1920 – 1997), bestaande uit 262 vazen, schalen en kommen, waaronder belangrijk werk van Geert Lap en Jan van der Vaart. Een tweede schenking bestaat uit ruim 250 sieraden van voormalig directeur Yvònne Joris (1950 – 2013). Beide schenkingen, met werk van circa honderdvijftig vormgevers, keramisten en sieradenmakers, vormen een belangrijke aanvulling op de collectie van het museum. Op 16 juni opent een tentoonstelling met deze twee verzamelingen.
Benno Premsela en Yvònne Joris waren in hun tijd twee toonaangevende verzamelaars en publieke persoonlijkheden. Hun persoonlijke visie op vormgeving gaven zij ook vorm in hun privéverzamelingen. Dit maakt deze schenkingen extra interessant voor het museum en is reden dat het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch de twee verzamelingen compleet aan de collectie heeft toegevoegd. De verzamelingen zijn geschonken door de erven Premsela/Broeksma en Joris.
Verzamelpassie én zendingsdrang
Zowel Benno Premsela als Yvònne Joris heeft invloed doen gelden op het gebied van de toegepaste kunst en vormgeving. Ze behoorden tot verschillende generaties, en hadden verschillende smaakopvattingen, maar toch hadden ze veel gemeen. Zowel Premsela als Joris was een verzamelaar voor wie het persoonlijke en het professionele samenviel; er bestond voor beiden dan ook geen scheiding tussen werk en privé. Benno Premsela presenteerde zijn keramiek thuis, waar hij en zijn partner Friso Broeksma vele gasten ontving om ze te confronteren met steeds veranderende opstellingen van zijn verzameling. Yvònne Joris droeg letterlijk haar liefde voor het eigentijdse sieraad uit. Beiden zetten hun collecties in om hun boodschap te verkondingen: gelijke waardering voor vormgeving en toegepaste kunsten naast andere beeldende kunstvormen. Deze boodschap is nog altijd actueel.
De twee verzamelingen passen buitengewoon goed binnen het museale beleid en de collectie. De koerswijziging richting design onder directeur Timo de Rijk resulteert per 1 juni in de nieuwe naam: Design Museum Den Bosch. Het feit dat de verzamelingen afkomstig zijn van personen die zo belangrijk zijn geweest voor de Nederlandse vormgeving (Premsela) en het museum (Joris), en bovendien van uitgesproken voorvechters van de toegepaste kunsten, onderstreept de missie en visie van het vernieuwde museum des te krachtiger: de impact van vormgeving op onze maatschappij tonen.
Benno Premsela
De 262 keramische objecten uit de nalatenschap van Benno Premsela werden geschonken door Els en Caspar Broeksma, de erven van Premsela’s partner Friso Broeksma. Benno Premsela was als vormgever en binnenhuisarchitect een hartstochtelijk pleitbezorger van ‘goed wonen’ en een centrale figuur in de naoorlogse Nederlandse kunstwereld. Daarnaast was hij als voorzitter van het COC ook een bekende voorvechter van homo-emancipatie. Zijn collecties beeldende en toegepaste kunst waren onderdeel van de consequente wijze waarop hij zijn moderne, geëmancipeerde levensstijl uitdroeg. Een belangrijke boodschap hierbij was zijn pleidooi voor de opheffing van de scheiding tussen vrije en gebonden kunsten. Dit blijkt in Premsela’s verzameling keramiek onder meer uit het feit dat hij zich nadrukkelijk op de moderne (container)vorm toelegde. Ingetogen van kleur en vorm verzamelde (en ontwierp) Premsela vooral producten met een wat ingehouden karakter. Hij meende dat er al genoeg ‘lawaai’ in de wereld was.
Yvònne Joris
Als directeur van Museum Het Kruithuis en het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch (1987 – 2009), was Yvònne Joris even eigenzinnig als het accent grave op haar voornaam doet vermoeden. Met haar eigenzinnigheid en verzameldrift wist ze het relatief kleine museum te verrijken met een uitzonderlijke collectie kunstenaarskeramiek en auteurssieraden van internationale allure. Vanaf het begin van haar directeurschap zette zij de toegepaste kunsten centraal naast een tentoonstellingsbeleid waarin vernieuwende vormgeving een rode draad vormde. Yvònne Joris droeg haar persoonlijke overtuiging ook zichtbaar uit. Elegant, extravagant met hoeden en sieraden getooid, stond ze letterlijk voor datgene waarin ze geloofde. Haar eigen sieradencollectie weerspiegelt dit beeld; naast werk van toonaangevende, internationale makers (die we ook in de museale collectie aantreffen) is bijvoorbeeld ook ‘costume jewellery’ ruim vertegenwoordigd.
Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt een (dubbelbandige) publicatie gewijd aan deze schenkingen. Auteur Titus Eliëns vervlecht daarin het verhaal van Yvònne Joris’ tijd bij het museum nadrukkelijk met de geschiedenis van de instelling zelf. Conservator Fredric Baas beschrijft hoe Benno Premsela’s opvattingen over kunst en vormgeving zijn te traceren in de geschonken keramiekcollectie.
Vanaf 1 juni heeft het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch een nieuwe naam: Design Museum Den Bosch
Per 1 juni verandert het Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch zijn naam en gaat verder als Design Museum Den Bosch. Sinds eind 2016 richt het museum zich uitsluitend op design en toegepaste kunsten. De nieuwe naamgeving is de volgende stap in de koers die is uitgezet. De verandering geeft meer duidelijkheid aan het publiek en draagt bij aan de verdere positionering van het museum.