De onder de Vughtse Natuur- en Milieugroep ressorterende Uilenwerkgroep kende dit voorjaar wisselende resultaten bij het inspecteren van de broedkasten. Woordvoerster Sietske van Maren kwam na de inspectie in juli van alle uilenkasten in Cromvoirt en omgeving tot slechts vijf jonge kerkuilen.
Door Ton Wagenaars
Tegenover het matige resultaat bij de kerkuilen stond wel een record aan geboortes bij de steenuilen, die dit jaar 38 uilskuikens hadden. De uilenwerkgroep telt alleen de kerk- en de steenuil, al hebben de leden van de groep ook zicht op het aantal rans- en bosuilen dat rond Vught bivakkeert en broedt. Zoals altijd was er bij de controle slechts 35% van de opgehangen broedkasten bewoond. Dat wil zeggen dat er minstens een oudervogel aanwezig moet zijn of dat er verse braakballen aanwezig zijn. “Het liefst worden we echter verrast door de aanwezigheid van jonge uilskuikens of eieren”, vertelt Van Maren. Het tegenvallend aantal jonge kerkuilen (juvenielen) werd niet alléén in Vught en omgeving geconstateerd; navraag bij andere werkgroepen leerde dat het in heel Brabant een slecht kerkuilenjaar was. Eerder schommelde het aantal jonge kerkuilen steeds rond de twintig.
Verschillende kasten
Oorzaak van het grote verschil tussen het aantal jonge kerkuilen en de veel kleinere steenuilen ligt volgens de vrijwilligers van de werkgroep aan de weersgesteldheid. Het was weer een droog voorjaar en dat is fnuikend voor het aantal muizen. Kerkuilen eten voornamelijk muizen. Zelfs spitsmuizen. Steenuilen voeden hun jongen ook met meikevers, engerlingen, regenwormen of kikkers. De tegenvallende cijfers voor de kerkuilen worden al vijf jaar genoteerd, maar de witte uil met zijn hartvormige sluier kende dit jaar wel een groot dieptepunt. De werkgroep was blij met de grote aanwas van de kleine steenuiltjes, negen jongen meer dan in het jaar 2019. Voor de soorten uilen worden verschillende kasten opgehangen. Iedere soort prefereert zijn eigen kast.

Vijfling torenvalken
Naast de cijfers van de uilenpopulatie was er dit jaar toch weer een uitstekend broedsel bij de torenvalken. De kleine roofvogel broedt al jaren in dezelfde kast in de omgeving van Cromvoirt en had voor het derde opeenvolgende jaar een vijfling. “Lange tijd dachten we dit jaar dat het er drie waren, maar toen de jongen vliegensvlug werden en zich buiten de kast gingen vertonen, zagen we tot ons genoegen dat het er opnieuw vijf waren. Echt uniek”, zegt Sietske van Maren.