Donderdag 30 januari was een historische dag in Vught: niet alleen werd bekendgemaakt wie de nieuwe burgemeester van Vught wordt, in DePetrus werd ook bekendgemaakt wie de komende twee jaar de nieuwe dorpsdichter van Vught zal zijn. Voor het eerst is de dorpsdichter van Vught een man. Vijf jaar geleden werd Petra van den Eerenbeemt de eerste Vughtse dorpsdichter en twee jaar geleden werd zij opgevolgd door Julia Engelaer. Julia zal nog één keer optreden bij het interview met burgemeester van de Mortel op 12 februari in DePetrus.
De keuze van de jury viel dit keer op Michiel Hordijk. Aanwezig waren de kandidaten, de juryleden en de twee oud-dorpsdichters. Tijdens een intieme bijeenkomst werden de gasten eerst getrakteerd op een interessante workshop, die door Joep Smeets gegeven werd, voordat de naam van de nieuwe dorpsdichter bekend werd gemaakt. Alle kandidaten hadden twee gedichten ingeleverd die door de jury beoordeeld zijn, waarbij de gedichten van Michiel Hordijk het hoogst gewaardeerd werden.
Zijn gedichten worden gekenmerkt door duidelijke strofen en mooi beeldend taalgebruik. Hij laat de beelden spreken zonder precies te vertellen waar het over gaat, zodat hij ook nog wat overlaat aan de verbeelding van de lezer. Hoewel hij klare taal spreekt, krijgt de lezer de ruimte om zelf het een en ander in te vullen. En hij gebruikt mooie metaforen, die hij ook consequent volhoudt.
De eerste ‘opdracht’ als dorpsdichter die Michiel meekreeg, is het schrijven van een gedicht over DePetrus voor de vitrine naast de ingang. De organisatoren van de verkiezing, Huis73, ABZ en Louis Wetzer, wensen Michiel veel succes de komende twee jaar.
Het gedicht ‘Wat je lichaam weet’ kreeg de hoogste waardering.
Wat je lichaam weet
Zoals noten zich in je vingers zingen
je handen een melodie blindelings vinden
zo kunnen een bankje, een speelterrein
voor altijd je lichaam binnendringen
Een weerhaak in je maag geslagen
een lijn die je het park inhaalt
je hart klopt feller, je mond valt droog
hier zaten jullie oog in oog
En verderop, het veldje achter
voor altijd in je vastgeroest
een rekstok in de schemering
haar handen die de stang omsloten
Je schommelt traag en stopt abrupt
zet je schrap in eigen schreden
je lichaam zal het nooit vergeten
pint je vast in tijdloos heden