In de foto-expositie ‘Lain Sayang Lain, vier generaties Molukkers in Nederland’ stellen documentair fotograaf Suzanne Liem en schrijfster Sylvia Pessireron de veerkracht van Molukkers centraal. ‘Lain Sayang Lain’ is te bezichtigen in barak 1B van Nationaal Monument Kamp Vught van 24 juli t/m 5 september. De tentoonstelling bevat tien portretten van inwoners van de naastgelegen wijk Lunetten.
De indrukwekkende portretten en openhartige quotes over de cultuur, persoonlijke ervaringen en de gemeenschappelijke geschiedenis geven een beeld van de hedendaagse Molukse samenleving.
Lain sayang lain: wij geven om elkaar
Voor het eerst gebruikt het museum een ruimte (gewoonlijk bestemd voor groepsontvangst) in barak 1B voor een tijdelijke expositie. Dit jaar is het 70 jaar geleden is dat Molukse KNIL-militairen in 1951 in Nederland – en ook in voormalig Kamp Vught – aankwamen. Lain Sayang Lain (vrij vertaald: wij geven om elkaar) is het motto dat de saamhorigheid onder Molukkers weergeeft. Ondanks meningsverschillen in de beginjaren van hun aanwezigheid in Nederland is de band hecht gebleven. Het voormalig concentratiekamp Vught was een van de grootste Molukse woonoorden. In 1992 werden de barakken gesloopt, waarna op dezelfde plek de Molukse wijk Lunetten is gebouwd. Barak 1B is in de originele staat behouden en deed onder meer dienst als kerk. Sinds 2013 is deze laatste kampbarak onderdeel van Nationaal Monument Kamp Vught en is er de vaste expositie ‘Als muren konden spreken’ te zien.
‘Lain Sayang Lain’ is te bezichtigen in barak 1B van zaterdag 24 juli t/m zondag 5 september (12.00 tot 17.00 uur). De expositie is ook te zien op woensdag 8 september, zaterdag 11 september en zondag 12 september (12.00 tot 17.00 uur). Reserveren via www.nmkampvught.nl is noodzakelijk; het kaartje is een combi-ticket voor bezoek aan het herinneringscentrum en aan barak 1B.
Foto: Ony Sahalessy was amper 15 jaar toen hij werd geronseld voor het guerrillaleger van mr. dr. Chris Soumokil, de tweede president van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS). In het leger, dat in de jungle van Seram zat, had hij twee functies. “Als we niet werden aangevallen door het Indonesische leger, gaf ik les. Bij een aanval was ik militair.” In 1959 schreef Soumokil een concours uit voor een volkslied. “Ik schreef al liedjes voor onze zangkoren, dus toen ik van de competitie hoorde, ben ik direct aan de slag gegaan.” De drie coupletten en de melodie van Maluku Tanah Airku had ik in korte tijd genoteerd. Ik had wat moeite met het metrum, maar ook dat is goed gekomen. Toen het klaar was, heb ik het voorgezongen aan een medestrijder die na afloop stellig wist dat mijn lied zou winnen.” Eind jaren ‘70 vluchtte hij via Duitsland naar Nederland, waar hij politiek asiel kreeg. Suzanne Liem fotografeerde hem thuis: aan de muur een zelfgeschilderde afbeelding van de baai van zijn geboortedorp Amahei (Seram). (Foto: Suzanne Liem)