Kinderen op bezoek bij hun vader in PI tijdens Herfstkamp

In de herfstvakantie krijgen 38 kinderen de kans om meer tijd door te brengen met hun vader in de Penitentiaire Inrichting (PI) in Veenhuizen, Nieuwegein en Vught. Het zogenaamde Herfstkamp wordt voor de vierde keer op rij georganiseerd door Stichting Exodus Nederland in samenwerking met Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

Ongeveer 25.000 kinderen in Nederland hebben een ouder in detentie. Een deel van hun kindertijd missen zij het contact met hun ouder. Dit kan bij kinderen problemen opleveren die soms tot in de volwassenheid blijven. Uit onderzoek blijkt dat initiatieven zoals het Herfstkamp het welzijn van de kinderen vergroot en dat de kans dat zij zelf in aanraking komen met justitie hierdoor wordt verkleind. Bovendien komt het de resocialisatie van de vader ten goede, omdat hij door het contact gemotiveerder is om op het rechte pad te komen.

Begeleiding
Stichting Exodus Nederland is de initiatiefnemer van het Herfstkamp en zet zich al meer dan veertig jaar in voor (ex-)gedetineerden en hun familieleden. Het Herfstkamp wordt grotendeels begeleid door vrijwilligers van de stichting. Ze helpen en ondersteunen bij de activiteiten die worden georganiseerd en geven de vaders tips als ze het lastig vinden om hun ouderrol op te pakken. De vrijwilligers verblijven net als de kinderen op een vakantiepark in de omgeving van de PI.

Gewoon weer even vader en kind
Tijdens het Herfstkamp brengen de kinderen drie dagen op rij een bezoek aan hun vader in de PI. Dat is niet te vergelijken met het wekelijkse bezoekuur dat voor veel kinderen de norm is. Ze hebben nu de tijd om activiteiten te ondernemen met hun vader, zoals samen sporten, knutselen en lunchen. Marieke van Zwam, projectleider bij Stichting Exodus Nederland, licht toe: “Tijdens het Herfstkamp kunnen kinderen gewoon weer even kind zijn, terwijl de vaders werken aan hun rol als vader. Vaak pakken de vaders onbewust allerlei opvoedtechnieken op: samenwerken, overleggen, motiveren, troosten, stimuleren, aanspreken en corrigeren. Allemaal vaardigheden die ze ook hard nodig hebben wanneer ze terugkeren in de maatschappij.”