Waterschap De Dommel werkt al 17 jaar aan het verbeteren van het beekdal van de Essche Stroom. Op verschillende plekken is er al ruimte gemaakt voor het water. Daar slingert de Essche Stroom weer door het landschap. Op dinsdag 28 november verzorgt het waterschap een inloopbijeenkomst voor het laatste deelproject: Essche Stroom Bruggelaar. De bijeenkomst is in Dorphuis de Es in Esch. Belangstellenden kunnen binnenlopen tussen 16.00 en 20.00 uur. Aanmelden is niet nodig.
“Het projectgebied loopt vanaf de Belversedijk, vlakbij kasteel Nemerlaer, tot aan de stuw in Esch”, vertelt projectleider Hans Koekkoek. “Ook hier willen we het water meer ruimte geven. Met meanders, flauwe oevers, een natuurlijke vispassage bij de stuw en meer afwisseling in natuur. De uitvoering gebeurt in fases. Wat dat precies betekent, leggen we graag uit tijdens de inloopbijeenkomst.” Medewerkers van het bouwteam Bruggelaar (waterschap, aannemerscombinatie Ploegam-Den Ouden en adviesbureau RoyalhaskoningDHV) zijn aanwezig voor een toelichting op de plannen en beantwoorden van vragen. Er is geen presentatie.
Definitief projectplan ter inzage
Op 31 oktober 2023 heeft het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel het definitief projectplan Herinrichting Essche Stroom traject Bruggelaar fase 1 vastgesteld. Dit projectplan ligt tot en met 19 december 2023 ter inzage.
Gronden niet beschikbaar
“We hebben project Bruggelaar verdeeld in fases, omdat we nog niet alle grond hebben om het gehele plan in één keer uit te kunnen voeren”, geeft Hans Koekkoek aan. “Dit heeft te maken met de landelijke stikstofdiscussie. Zolang hier géén duidelijkheid over is, blijft de toekomst voor de boeren onzeker. Dit maakt het kopen of ruilen van gronden een lastige opgave. En wij hebben veel grond nodig voor het graven van de meanders. Het profiel van de Essche Stroom wordt namelijk smaller en minder diep en gaat slingerend zijn weg vinden. Zo blijft het water langer in het gebied, wat goed is tegen verdroging. Ook komt er meer ruimte voor het water om in regenachtige perioden buiten de oevers te treden.”
Uitvoering in fases
“Door de stikstofcrisis vertraagden ook onze plannen. Het ontwerp-projectplan Essche Stroom Bruggelaar presenteerden we eind 2021. Dit lag toen ook ter inzage voor de omgeving. Onze wens was om in 2022 te starten met de uitvoering van het werk. Dat liep alleen anders”, zegt Koekkoek. “Het was nog een hele puzzel te besluiten wat te doen: het project (tijdelijk) stoppen of kijken naar wat wél mogelijk is. Dat laatste hebben we gedaan. We hopen nog voor de zomer van 2024 aan de slag te kunnen gaan met onderdelen uit het plan op de gronden die we al wel beschikbaar hebben. Zo willen we bijvoorbeeld de stuw bij Esch vervangen en een vispassage maken. Het grote werk gebeurt daarna in fase 2. Dit is het dempen van vijf kilometer Essche Stroom en het graven van de nieuwe meanders.”
Nieuwe stuw met natuurlijke vispassage
Bij Esch verwijdert het waterschap de bestaande stuw. Ongeveer 300 meter verderop, richting het gebied de Ruiting, komt een nieuwe stuw. Vissen kunnen deze stuw straks voorbij zwemmen. Langs de stuw komt een natuurlijke vistrap: een meander (kronkel) die als een bypass om de stuw loopt.
Wandelbruggen
In gesprek met de omgeving kwamen wandelpaden veel ter sprake. Daar houdt het waterschap rekening mee. Er komen ommetjes in het gebied, met twee nieuwe wandelbruggen. Zo kunnen wandelaars de Essche Stroom oversteken. In de eerste fase legt het waterschap één van deze bruggen al aan. De brug komt vlakbij de nieuwe stuw te liggen.
Aansluiting Rosep en Kleine Aa
In plan Bruggelaar krijgen ook de laatste paar honderd meter van zowel de Kleine Aa als de Rosep nieuwe meanders in een halfopen landschap. Zo ontstaat een mooie verbinding tussen deze beken, de natuur eromheen en de Essche Stroom. Bij de Rosep is de grond beschikbaar. Dit betekent dat eind 2024 het laatste stukje van de Rosep, vlakbij de Belversedijk, kronkelend zijn weg naar de Essche Stroom vindt.
Samenwerking en financiering
Plan Essche Stroom Bruggelaar is een samenwerking met de gemeenten Boxtel en Oisterwijk en de provincie Noord-Brabant. De realisatie wordt mede mogelijk gemaakt door financiering van de provincie Noord-Brabant en van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.