Op zondagmiddag 12 juni is op het buitenterrein van Nationaal Monument Kamp Vught de jaarlijkse openbare herdenking van de kindertransporten van juni 1943, in samenwerking met Stichting Sobibor. Dit jaar is het 79 jaar geleden dat bijna 1300 joodse kinderen op transport moesten naar vernietigingskamp Sobibor, waar zij vrijwel allen direct na aankomst werden vermoord. Zij werden vaak vergezeld door slechts één ouder. Op verzoek van het herinneringscentrum spreken overlevende Evelyn Askolovitch-Sulzbach en Vera Bergkamp, voorzitter van de Tweede Kamer.
Vanaf 12.45 uur lezen kinderen van de Vughtse basisschool De Schalm (groep 7) de namen van de weggevoerde kinderen voor langs de route naar het kindermonument. De herdenking begint om 13.00 uur. Als eerste houdt Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal Monument Kamp Vught, een welkomstwoord. Hierna vertelt Christine Gispen-de Wied, voorzitter van Stichting Sobibor, over de aanleiding van de kindertransporten en hoe deze in het kamp bekend werden gemaakt.
Overlevende
Evelyn Askolovitch-Sulzbach (1938) ontkwam ternauwernood aan de kindertransporten. Zij woonde met haar ouders in Amsterdam, die al begin jaren dertig vanuit Duitsland naar Nederland emigreerden. In maart 1943 werd het gezin opgepakt en via de Hollandsche Schouwburg naar Kamp Vught gebracht: gescheiden van elkaar in een kinder-, vrouwen- en mannenbarak. “Vanwege een dubbele longontsteking was ik zo verzwakt dat ik niet kon lopen. Een arts zei dat ik nog een week te leven had. (…) Na drie maanden in de hel van Vught arriveerde ons Hondurese paspoort als een mirakel.” Al in 1941 beschikte het gezin op advies van een kennis over Hondurese paspoorten. Dankzij dit document ging Evelyn niet mee met de kindertransporten naar Sobibor, maar bleef zij met haar moeder vanaf 7 juni in kamp Westerbork. In februari 1944 werd het gezin gedeporteerd naar Bergen-Belsen. In januari 1945 werden hier zo’n 300 Joodse gevangenen met paspoorten uit neutrale landen zoals Honduras, geruild tegen Duitse krijgsgevangenen. Evelyn trouwde in 1958 met een Franse man en kreeg twee kinderen. Sinds 2015 vertelt ze als gastspreker op scholen in Franrijk haar oorlogsverhaal, waarvoor ze de ‘Légion d’honneur’ kreeg, de hoogste Franse nationale onderscheiding. “Als scholen me uitnodigen, reis ik er naartoe, van Verdun tot Marseille, want ik ben een van de laatste overlevenden die er nog over kan vertellen.” Voor het eerst sind de oorlog bezoekt Evelyn de plek in Vught, waar zij als 4-jarige gevangen werd gehouden.
Voorzitter Tweede Kamer
Vera Bergkamp, voorzitter van de Tweede Kamer, houdt een toespraak. Op 4 mei zei Bergkamp in een toespraak in de Tweede Kamer: “Door te blijven herdenken beseffen we dat vrede kwetsbaar is en vrijheid nooit vanzelfsprekend.” Rabbijn Menno ten Brink houdt een overdenking en draagt de gebeden jizkor en kaddisj voor. Eva van der Sterren (20) uit ‘s-Hertogenbosch verzorgt het muzikaal intermezzo op viool. Tot slot leggen enkele vertegenwoordigers van betrokken organisaties en overheden elk een bloemstuk. Leerlingen van De Schalm bevestigen ingekleurde papieren vlinders in het monument, die symbool staan voor 79 jaren sinds 1943.
Middagprogramma
Om 14.15 uur gaat Annemieke Kamoschinski (vrijwilliger NM Kamp Vught) in gesprek met Evelyn Askolovitch in het auditorium. Belangstellenden zijn welkom om dit interview bij te wonen (maximaal 80 bezoekers). De entree is tot 15.00 uur gratis; vanwege de herdenking is Barak 1B op 12 juni gesloten.
Achtergrond kindertransporten
Nu 79 jaar geleden werden op 6 en 7 juni 1943 bijna 1300 Joodse kinderen, meestal begeleid door slechts één van de ouders vanuit Vught via Westerbork naar het vernietigingskamp Sobibor gedeporteerd en daar meteen vermoord. Deze gebeurtenis wordt sinds 1999 jaarlijks herdacht bij het kindergedenkteken. Op dit monument zijn de namen verwerkt van de weggevoerde kinderen met hun naam en leeftijd; voor veel bezoekers is het monument een van de meest indrukwekkende plekken in het herinneringscentrum.