Drs René Kok: “Vughtse Fanny Philips geen tweede Anne Frank”

Joods Vughts meisje berichtte uit Westerbork : “..Hier alles goed”.

Door Ton Wagenaars
Fanny Philips was een joods meisje uit Vught dat van april 1942 tot juni 1943 brieven schreef aan haar vriendin Ans Schreurs. Haar penvriendin bewaarde de brieven. In september 1943 werd Fanny Philips in Auschwitz vergast. Drs René Kok (66) schreef er met dank aan velen het uiterst lezenswaardig boek “Brieven van Fanny Philips aan Ans Schreurs 1942- 1943 ”over.

Met het vieren van vijfenzeventig jaar bevrijding wordt deze dagen teruggeblikt op heldhaftige daden van verzet. Ook wordt stilgestaan bij de ingrijpende gevolgen van een bezetting tijdens die ruim vier jaar van onderdrukking. Zeker wordt gedacht aan diegenen die deze periode van angst en terreur uiteindelijk het leven verloren. Dus ook aan de joodse familie Philips die de eerste jaren van de oorlog Huize Muizerick bij kasteel Maurick bewoonde maar later, na vordering van hun woning door de Duitse bezetters, een bovenwoning betrok aan de Vughtse Taalstraat. Het verhaal en de brieven van de jongste telg van de familie aan haar penvriendin Ans Schreurs waren voor geschiedenisdocent drs René Kok van het Bossche Sint-Janslyceum in ieder geval aanleiding om samen met Kees van den Oord van het Rodenborch College de brieven te verwerken in een boek. “Omdat er over de geschiedenis van de joden in de Tweede Wereldoorlog nog niet heel veel bekend is”, aldus de historicus die al decennialang overal te vinden is waar herdenkingen, lezingen, tentoonstellingen en onderzoeken zijn over de Tweede Wereldoorlog.

Van “mieters” naar “beroerdigheid”
Zo kwam Kok, na contacten met Jeroen van de Eijnde, directeur van het Nationaal Monument Kamp Vught, tot de conclusie dat de familie Philips een welvarende joodse Bossche familie was met drie kinderen waarvan Fanny de jongste was. Vader was de directeur van sigarenfabriek Antonio in Den Bosch en ondanks de kritische tijden liepen de zaken goed. Fanny Philips ging de laatste jaren van haar leven niet meer naar school. Het Bossche Maria Lyceum was door de Duitse bezetter verplicht om joodse leerlingen de toegang te ontzeggen en hierdoor zat Fanny thuis. Uit verveling door de ledigheid van dat bestaan ontstond een briefwisseling met Ans Schreurs die op een pensionaat zat in Reusel bij Eindhoven. Wekelijks werd een brief geschreven met daarin vooral veel puberaal en uitgelaten leesstof, niet direct diepzinnige mijmeringen over de kritieke perikelen aangaande de joodse bevolking. Wel wordt in de brieven gaandeweg de tijd duidelijk dat het net rondom de joodse populatie zich steeds verder gaat sluiten. De guitige toon in de brieven waar eerst alles “mieters” was, werd op het laatst kritischer en er werd op het laatst zelfs gesproken over “beroerdigheid”.” aldus Kok, graag geziene spreker bij talloze herdenkingen.

Geen Vughtse Anne Frank
Kok begrijpt dat mensen graag de vergelijking trekken met Anne Frank. “Het betreft hier inderdaad twee jeugdige joodse meisjes die schriftelijke herinneringen en beschouwingen nalieten uit hun jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Beide meisjes werden uiteindelijk ook vermoord maar er zijn heel veel verschillen. Zo schrijft Anne Frank als getalenteerd jong meisje een dagboek met de intentie om later schrijfster te worden en is zij ondergedoken. Zij is zich ook terdege bewust van de onheilspellende tijd en schrijft met een zekere perfectie waarbij sommige passages zelfs herschreven worden. Fanny is meer de onbezorgde meid die verhaalt over het dagelijks leven waar zij zich vaak verveelt. Geen twijfels over het leven en niet de angst om opgepakt te worden. Het verhaal van de Vughtse Fanny geeft wel inzicht over het dagelijkse leven van joodse mensen en hoe langzaam maar zeker de nazi- terreur zich wurgend sluit over hun dagelijks bestaan.”

Het onderzoek van Kok brengt hem ook in contact met Tiny van Benthem, vriendin van Fanny. Deze had bij het vertrek van Fanny naar Kamp Westerbork nog snel even een pakketje gekregen met als boodschap: ” Bewaren tot na de oorlog. Dan kom ik het ophalen.” Tiny van Benthem bewaarde het pakketje, maar zestig jaar na de oorlog werd besloten het toch te openen want duidelijk was: Fanny zou het nooit meer komen ophalen.
In het pakketje zaten naast twee kleine agenda’s een stapel van exact honderd foto’s, veelal opnames van het gezin. Van deze foto’s werden er een groot aantal opgenomen in het boek.

Als laatste bericht aan de familie Schreurs was er de briefkaart gedateerd 25 juni 1943 uit Kamp Westerbork. De tekst luidde: ”We hebben het hier alles goed.”… Twee maanden later werd het gehele gezin in Auschwitz vergast. Fanny Philips was toen twintig jaar oud.

Tastbare herinnering: herdenkingstegel
In 2016 werden de herdenkingstegels in het kader van het Vughtse project : “Open Joodse Huizen” gelegd voor de woningen van de weggevoerde en vermoorde Joden. Zo ook voor het laatste woonhuis van de familie Philips: Huize Muyserick, Daar waren ze gelukkig en woonden ze vrijwillig. Dit dus niet in de Taalstraat want daartoe werden zij gedwongen.

Het boek Brieven van Fanny Philips aan Ans Schreurs is uitverkocht. Alleen nog te verkrijgen via antiquariaat www.boekwinkeltjes.nl.

Kijk ook bij

Boekenbeurs Vincentius in Brabanthallen 24, 25 en 26 januari

Op 24, 25 en 26 januari houdt Vincentiusvereniging ’s-Hertogenbosch weer de grote Boekenbeurs. In de …