Koninklijke onderscheiding
Tot midden jaren zestig mochten ongedoopte kinderen van de katholieke kerk niet in gewijde aarde op het kerkhof begraven worden. Voor veel ouders is dit nog steeds een niet te verteren verdriet waar zij moeilijk over kunnen praten. Na het tweede Vaticaanse Concilie heeft de kerk een grote kentering doorgemaakt en is heel anders tegen pastorale zorg gaan aankijken.
Sindsdien worden ongedoopte kinderen en mensen die zichzelf van het leven hebben beroofd wel in gewijde aarde begraven. Om iets te doen aan het verdriet van de ouders werd op heel wat kerkhoven in Nederland een monumentje geplaatst waar ouders hun kindje kunnen gedenken. Cees van der Pasch heeft ervoor gezorgd dat er op het kerkhof van de parochie Vught-Zuid voor het doodgeboren en/of ongedoopte kind zo’n monumentje werd geplaatst. Cees kreeg tijdens de jaarlijkse lintjesregen van dit jaar een Koninklijke onderscheiding opgespeld voor zijn verdiensten voor de Vughtse gemeenschap zoals o.a. zijn langdurige activiteiten voor het Vughtse gilde Sint Catharina, zijn inzet – gedurende meer dan 25 jaar – als beheerder van het kerkhof en het feit dat hij vele jaren mantelzorg heeft verleend.