De mensen van het Afwikkelingsbureau kamp Vught worden op de gevoelige plaat vastgelegd. Het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen wordt op 26 november 1944, meteen na de bevrijding van het Zuiden, opgericht. Hoofddoel: het opsporen van vermiste gevangenen uit kamp Vught, na de bevrijding van het gehele land op 5 mei 1945 breidden de werkzaamheden zich ook uit tot andere kampen waar Nederlanders gevangen hadden gezeten. (Vught, 5 maart 1945, Fotopersbureau Het Zuiden/BHIC)

BHIC opent digitale schatkamers tijdens de ‘Openbaarheidsmaand’

Journalisten, historici en belangstellenden kunnen nieuwe archieven raadplegen, want januari is bij het BHIC ‘openbaarheidsmaand’. Voor archieven met een openbaarheidsbeperking van 75 jaar valt het jaar 1945 vrij; een beladen jaar van oorlog en bevrijding, van armoede en honger. Een traumatisch jaar ook, waarin de meeste slachtoffers zijn gevallen onder de bevolking. Een van de belangrijkste archieven die dit jaar openbaar worden, is het archief van het Militair Gezag (MG). Als gevolg van de ‘lockdown’ kun je deze nieuwe archiefstukken t/m 19 januari niet in de studiezaal van BHIC raadplegen, maar ze kunnen wel voor je gedigitaliseerd worden.

In de herfst van 1944 wordt onder het geallieerde opperbevel een bestuursorgaan Militair Gezag (MG) operationeel dat de contacten onderhoudt tussen de geallieerde autoriteiten en lokale bestuurders en dat daarnaast de veiligheid en openbare orde kan herstellen. Het Militair Gezag stuit op veel onbegrip, omdat het publiek slecht op de hoogte is van wat het uitspookt. Toch heeft dit bestuursorgaan veel tot stand gebracht. Zo treedt het in het bevrijde Zuiden met enig succes op tegen plundering en wangedrag door geallieerde troepen. Andere belangrijke taken zijn onder meer het beschermen van de bevolking tegen oorlogsgeweld, het faciliteren van onderwijs en het zorgen voor goede communicatieverbindingen.

Uit de overzichtslijst 2021
In het openbaar geworden archief van het Militair Gezag, 1944- 1946, zijn stukken te vinden van de ‘Oud Illegale Werkers in Nederland’ over zwarte handel en misstanden in kamp Vught. Het is maart 1945, het Zuiden van Nederland is net bevrijd. In Kamp Vught worden nu NSB’ers, collaborateurs en Duits gezinden ondergebracht. Oud illegale werkers – die nog zeer recent hun leven in de waagschaal hebben gesteld – hameren op een correcte behandeling van de geïnterneerden. “Immers, ons verzet tegen het nazidom is mede een verzet tegen alle barbarij, een opkomen voor waarachtige cultuur.”
Ook lezen we in het archief van het Militair Gezag over de misère van kinderen van ‘foute ouders’. Hun ouders kozen voor de Duitse kant in de oorlog, maar wat te doen met hun kinderen? De opvanghuizen zijn vol en vaak ook vies. En kunnen deze jongens en meisjes wel gewoon naar school, zonder dat daardoor ‘verstoring’ ontstaat? Oprechte zorg over deze kinderen ‘van onze doodsvijanden’.
In de archiefstukken van de Gemeentepolitie Vught én het Militair Gezag vinden we een brief uit april 1945 met een noodkreet vanuit het Kamp Vught gericht aan de gemeentepolitie Vught. De gezondheid van de geïnterneerde vrouwen blijkt veel te wensen over te laten. In andere stukken lezen we dat deze noodkreet niet voor niets is geweest. De militaire commissaris van Den Bosch blijkt onthutst over het ontslag van 19 vrouwen uit het kamp. Er is weliswaar huisarrest opgelegd, maar de inwoners van Vught zijn ‘not amused’. De ontslagen geïnterneerde dames zouden hevige opschudding veroorzaken onder de anders zo rustige plaatselijke bevolking en ze zouden een gevaar vormen voor de samenleving.

Staatsbosbeheer
Van heel andere orde zijn de archieven van Staatsbosbeheer die nu openbaar zijn. Honderd jaar geleden vonden we wellicht nog geen drugsafval in de bossen, maar de figuren die je er wel tegenkwam, waren ook niet echt waar je tijdens je zondagochtendwandeling rekening mee hield: naaktlopers, bomendieven, chanteurs…. en zelfs prostituees. Het drijft de Bredase houtvester bijna tot wanhoop, lezen we in het dossier van de Houtvesterijen van Staatsbosbeheer Breda, Eindhoven en Helmond. Zo blijkt een bende ‘eerloze vrouwen’ (prostituees) in 1919 in het Mastbos te werken en daar wandelaars en jonge vrouwen lastig te vallen. Het liep zelfs zo uit de hand dat de houtvester hulp vraagt aan de burgemeester, officier van justitie, Staatbosbeheer en de marechaussee. Zo wordt de bende toch nog uit het Mastbos verjaagd. Lang duurt de rust niet… Maar er is zoveel meer. Nieuwsgierig geworden? De overzichtslijst is te vinden op: www.bhic.nl onder ‘Archieven en boeken’.

Openbaarheid in lockdown
Als gevolg van de lockdown is de studiezaal van BHIC in ieder geval t/m 19 januari gesloten. Bezoek is gedurende deze periode helaas niet mogelijk. Als je archieven wilt inzien die dit jaar openbaar zijn geworden, geef dit dan in je e-mail aan en stuur deze naar: aanvragen@bhic.nl. De medewerkers van BHIC gaan dan graag voor je kijken of ze de stukken kunnen digitaliseren.

Openbaarheid archieven
De Archiefwet 1995 bepaalt dat documenten van overheidsinstellingen na twintig jaar worden overgedragen aan het historisch archief. Ruim 95 procent van de overgedragen stukken is direct in te zien. Voor de rest geldt een beperking op de openbaarheid, meestal omwille van de privacy van nog levende personen. Over particuliere archieven maakt het BHIC speciale afspraken met de schenkers. De beperkingen gelden altijd voor een van tevoren vastgestelde periode. En dus worden er jaarlijks nieuwe archieven openbaar.

Kijk ook bij

Lezing ‘Liefde in de Kunst’ in Museum Boxtel op 16 februari

Op zondag 16 februari om 11.15 uur bent u in Museum Boxtel van harte welkom …