Alléén CDA stemt tegen Vughtse begroting

De Vughtse begroting 2020 werd donderdag 7 november na een stevige discussie goedgekeurd door 5 van de 6 raadsfracties, alléén het CDA stemde tegen (20 voor, 1 tegen). Het verbaasde menigeen dat de SP, na de vernietigende kritiek in de aanloop naar de begrotingsvergadering, gewoon instemde met de begroting. Dat was niet meer verwacht van de SP na de scherpe veroordeling dat de begrotingsbehandeling niet ging over mogelijke bezuinigingen waarbij termen vielen als: naar vorenschuiven is géén begroten, knap naïef en dieptriest. Overigens komt de Vughtse burger er, met een indicering van de OZB, goed vanaf in vergelijking met de inwoners van b.v. een vergelijkbare gemeente als Oisterwijk waar de gemeenteraad, naast een greep uit de reserves, moest besluiten tot een OZB-verhoging van 10% met eenzelfde verhoging voor 2021 in het vooruitzicht.

De houding van de SP kan te maken hebben met de unanieme steun voor de motie van D66, VVD, SP en Gemeentebelangen waarin het college verzocht wordt in juni 2020 een kadernota op te stellen met een sluitende meerjarenbegroting, een op termijn stijgende solvabiliteit en een dalende schuldquote. Met daarnaast het verzoek om het veel besproken ombuigingsdocument, in samenspraak met de auditcommissie, te verrijken zodat de raad eventueel andere keuzes kan maken én daarvan de gevolgen kan inschatten. De strekking maakt duidelijk dat de raad er, in aanloop naar de begroting 2021, voor wil zorgen dat de gemeente financieel meer vlees op de botten krijgt en dat de schuldenpositie in de jaren na 2023 geleidelijk wordt afgebouwd. Aanvankelijk kon wethouder Toine van de Ven (financiën) niet instemmen met de motie. Hij maakte bezwaar tegen de tekst in de overwegingen bij de motie, waarin werd gesteld dat er ondanks een sluitende begroting toch géén sprake was van een stabiele financiële basis en dat de financiële problemen werden doorgeschoven naar de komende jaren. De wethouder vond dat de oppositiepartijen onnodig paniek zaaiden. Hij erkende dat er door de hoge bijdrage aan de Rijksinfra veel geleend moet worden, maar daar staat tegenover dat Vught elk jaar aan de verplichtingen kan voldoen. “Het is net als met een hypotheek. Je hebt hoge schulden, maar als je elke maand de rente en aflossing kunt betalen is er niets aan de hand. De begroting voldoet aan alle eisen die de Provincie daaraan stelt. Vught heeft de zaakjes uitstekend op orde en we hoeven echt geen preventief toezicht te vrezen.” Van de Ven maakte ook duidelijk dat het onmogelijk is om al vanaf 2021 de schuldenpositie aanmerkelijk te verbeteren. Daar is méér tijd voor nodig. Nadat de motie werd aangepast, was hij ook voor het college acceptabel.

Zwarte cijfers
De coalitiepartijen toonden zich wel bezorgd over de hoge schulden, maar zagen de financiële stand van zaken toch aanzienlijk minder somber in dan de oppositie. Siebren van der Zee (GB): “Voor ons is het glas half vol. We doen het als Vught nog niet zó slecht. We schrijven nog steeds zwarte cijfers en daarom komt het college nu niet met bezuinigingsvoorstellen, maar de ondergrens is wel bereikt. Daarom zijn we het eens met de VVD dat bij de behandeling van de eerstvolgende kadernota moeten kunnen beschikken over volledig uitgewerkte ombuigingsmogelijkheden. Daarnaast moeten we niet alléén kijken wat minder kan, we moeten ook zoeken naar manieren om extra geld binnen te halen. Ik heb b.v. al eerder gevraagd om te onderzoeken of we landelijke of Europese subsidies kunnen binnenhalen. Daar heb ik helaas niets meer van gehoord.” Ton van der Vossen (PvdA-GL) sprak zijn verbazing uit over de focus van de andere fracties op de kengetallen voor solvabiliteit en de schuldenquote: “We wisten toch vooraf dat de Rijksinfra een berg geld zou kosten, dit is geen peulenschil die je op een achternamiddag kunt wegwerken.” Dit ontlokte Yvonne Vos (CDA) de opmerking: “We wisten dat het veel geld zou kosten, maar niet zovéél”.

Verlaging bijdrage aan Rijksinfra
Aan het eind van de discussie kwamen CDA en SP nog met een motie waarin het college gevraagd wordt om aan tafel te gaan met de partijen die betrokken zijn bij de bestuursovereenkomsten over de Rijksinfra om de financiële bijdrage van de gemeente aan de N65 en PHS aanzienlijk te verlagen. Beide partijen vinden dat er voor Vught financiële problemen ontstaan doordat in 2023 de schuldenlast oploopt tot 95 miljoen. De wethouders Van de Ven en Van Woesik bleven erbij dat het om een verantwoorde investering gaat, die bovendien door een grote meerderheid van de raad wordt ondersteund. Van Woesik wees erop dat er door de overheid voor 530 miljoen euro bovenwettelijk wordt geïnvesteerd in de infrastructuur. “Er zijn veel gemeenten jaloers op Vught. We moeten niet vergeten dat het gaat om een investering voor de komende 50 jaar, die voor heel Vught van belang is. De plannen zijn steeds door vrijwel de hele raad ondersteund en de VKA+ variant, die veel extra geld kost, staat in het coalitieakkoord.” De motie kreeg alléén de steun van de indieners en werd dus met 3 tegen 18 stemmen afgewezen.

In totaal werden tijdens de begrotingsbehandeling 9 moties ingediend waarvan er 2 werden ingetrokken en 1 werd veranderd in een amendement. Het SP-amendement om de rekenkamer weer te laten functioneren haalde het, na hoofdelijke stemming, net niet (10 voor 11 tegen). 3 moties werden aangenomen en 3 werden er verworpen.

Kijk ook bij

Cursus ‘De geschiedenis van de kunst van nu’ in MUBO

Museum Boxtel organiseert in samenwerking met kunstdocent Marie José Eijkemans een vijfdelige cursus over de …